Ben je benieuwd hoe het zit met zelfrijdende auto’s? Er is interessant nieuws: autofabrikant Stellantis (het moederbedrijf van merken als Peugeot, Citroën en Opel) stopt met het zelf ontwikkelen van zelfrijdende technologie. We leggen je uit waarom ze deze keuze maken en wat dit betekent.

Waarom stopt Stellantis ermee?

Het ontwikkelen van zelfrijdende technologie kost ontzettend veel geld. En dat geld heeft Stellantis op dit moment hard nodig voor andere zaken, zoals de overgang naar elektrisch rijden. Die overgang verloopt namelijk niet zo soepel als gehoopt: zowel de ontwikkeling als de verkoop van elektrische auto’s blijft wat achter bij de verwachtingen.

Wat betekent dit voor de toekomst?

Het goede nieuws is dat Stellantis niet helemaal stopt met zelfrijdende technologie. In plaats van alles zelf te ontwikkelen, gaan ze de technologie inkopen bij andere bedrijven. Dat is goedkoper, maar heeft wel als nadeel dat ze minder controle hebben over hoe de technologie werkt en wordt bijgewerkt.

Hoe zit het met andere autofabrikanten?

Stellantis is niet de eerste die worstelt met zelfrijdende technologie. Eerder stopten bijvoorbeeld ook Uber en General Motors met vergelijkbare projecten. Het ontwikkelen van betrouwbare zelfrijdende systemen blijkt in de praktijk nog behoorlijk lastig.

Wat merk jij hier als consument van?

Op korte termijn waarschijnlijk niet zo veel. De meeste auto’s die je nu kunt kopen hebben rijhulpsystemen waarbij je als bestuurder nog steeds moet opletten. Denk aan adaptieve cruisecontrol en rijstrookassistentie. Deze systemen blijven gewoon beschikbaar. Het duurt sowieso nog wel even voordat volledig zelfrijdende auto’s gemeengoed worden op de weg.

Wel is het mogelijk dat Stellantis in de toekomst wat minder voorop zal lopen met dit soort technologie, omdat ze afhankelijk zijn van andere bedrijven. Maar voor de gemiddelde autokoper zal dat verschil nauwelijks merkbaar zijn.