Dagelijks komen zo’n 600 occasions ons land binnen. Auto’s worden geïmporteerd uit België, Duitsland, Denemarken, zelfs Amerika. Lagere prijzen en een ruimer aanbod lokken de consument.
Het ziet er aantrekkelijk uit: je ziet op een site in Zweden een prachtige tweedehands Volvo, letterlijk duizenden euro’s goedkoper dan een vergelijkbaar type in Nederland. Nadat je met de verkopende partij tot overeenstemming bent gekomen boek je een ticket, regel je het nodige papierwerk en rijd je ermee naar huis, de koning te rijk. Zelfs met alle bijkomende kosten (ruim 1000 euro) blijkt de Zweedse occasion een koopje.
Klinkt mooi en avontuurlijk, zelf Europa doorkruisen op zoek naar een tweedehands droomauto, maar het is best ‘een hoop gedoe’, vindt ook Erik Jan de Jong, expert bij de ANWB. Dergelijke acties zijn weggelegd voor een select gezelschap, de ‘liefhebbers’, meent hij. ,Mensen met veel kennis van de autobranche.’’
Want ja, het ruime aanbod van buitenlandse, rijk uitgeruste occasions is aantrekkelijk. Maar voor een doorsnee consument is het lastig te achterhalen of die fraai ogende tweedehands auto een schimmig verleden en verborgen gebreken heeft. Met als gevolg dat je misschien een kat in de zak koopt. Volgens de ANWB is het daarom beter om in zee te gaan met een gespecialiseerd importbedrijf, een groeiend fenomeen. Zo’n bedrijf regelt alles rond de invoer van je buitenlandse auto: de aankoop, het papierwerk en het vervoer naar Nederland.
Auto’s importeren uit Duitsland
De belangrijkste toegevoegde waarde van importbedrijven is de kennis van de markt, stelt Bas Oude Luttikhuis van MrWheelson. Met het inschakelen van een importbedrijf mis je als consument weliswaar een deel van het prijsvoordeel, maar je koopt wel meer zekerheid. Han Post, ook van MrWheelson: ,Over import uit Duitsland krijgen we standaard twee vragen: hoe weet ik dat er niet is geknoeid met de tellerstand en hoe voorkom je nu dat je een heel slechte auto koopt? Over die laatste vraag kunnen we kort zijn: je hoeft niet naar het buitenland om een slechte auto te kopen, dat kan in Nederland ook prima. Aan de andere kant zijn er in Duitsland juist veel goede auto’s, te koop bij betrouwbare bedrijven en merkdealers.’’
Het is altijd verstandig om alleen een auto te kopen met een gedetailleerd historisch verslag, zoals een RDW-Voertuigrapport. Probleempje voor Duitse auto’s: die hebben nooit een uitgebreid rapport, een gevolg van de strenge Duitse privacy-wetgeving. Naar schatting is met één op de vijf Duitse occasions geknoeid, maar zulke streken zijn te achterhalen, zegt Oude Luttikhuis. ,Als je op onze website een goede occasion ziet, kunnen wij in heel Duitsland binnen 48 uur een gedetailleerd rapport laten opstellen, ter plekke gemaakt door een professional die de auto op 150 punten controleert.’’
Er zijn ook bedrijven die het anders doen. Zeker in de grensstreek wemelt het van de ondernemers die auto’s voor klanten uit Duitsland halen, zoals Michiel Wegdam uit Losser met zijn bedrijf Zorgeloosimporteren. Zijn medewerkers halen de nieuwe aankoop altijd hoogstpersoonlijk op. Wegdam: ,Ze gaan dan met de trein naar Duitsland, zodat ze ter plekke én onderweg naar Nederland kunnen controleren of de auto echt zo goed is als uit ons vooronderzoek blijkt. In vijftien jaar is het me twee keer gebeurd dat ik een auto in Duitsland heb laten staan, gewoon omdat de kwaliteit niet beviel. Die kosten nemen wij dan voor onze rekening. Het gebeurt wel vaker dat ik in het voortraject al tegen een klant zeg: Doe dit nou niet; dit is te mooi om waar te zijn.’’
Vooral de route via de Baltische staten is daarbij berucht: afgekeurde auto’s uit de VS worden naar bijvoorbeeld Litouwen verscheept, waarna ze wat worden opgekalefaterd, van papieren voorzien en naar Duitsland gebracht. Wegdam: ,Zonder boekje moet je sowieso nooit een auto kopen, en kilometerstanden moet je goed controleren. En we meten ter plekke altijd de lakdikte.’’
Is dat allemaal in orde, dan kun je als consument een dijk van een occasion kopen, weet Wegdam. Niet alleen in Duitsland, maar ook in de vijvers van België (,dichtbij en geen taalproblemen’’), Italië en Oostenrijk is het volgens hem goed vissen.
BPM (Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen)
Dat heeft vooral met de Nederlandse BPM (Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen) te maken. De meeste andere landen kennen geen BPM, maar bij import moet je wel een deel van de BPM (rest-BPM) betalen. Er circuleren op internet diverse BPM-calculators (o.a. op site van de Belastingdienst). Beter is om dat uit te besteden aan een extern bedrijf, vindt ook de ANWB, die nog wel een nuance aanbrengt in de hoera-verhalen van importeurs. Een import-auto kan bij aankoop prijsvoordeel opleveren, maar bij inruil moet je dan ook een lager bedrag verwachten, aldus de ANWB. Met name vanwege de onzekerheid over de juistheid van de kilometerstand en de historie.
Vaderlandse brancheverenigingen (Bovag, RAI vereniging) pleiten al langer voor het afschaffen van de BPM, omdat het de import van buitenlandse auto’s (‘veel vervuilende diesels’) zou aanjagen.
Importeur Oude Luttikhuis ziet - uiteraard - het probleem niet: “Iedereen is gebaat bij een ruime keuze. En Nederland is toch geen eiland?”