Veel veiligheidsmaatregelen in de auto zijn erop gericht om de kans op een verwonding te beperken in een ongeluk. Airbags, kreukelzones, allemaal zijn ze bedoeld om een bestuurder of een passagier te beschermen als het fout gaat. Het Electronic Stability Programme (ESP) is echter gemaakt om een ongeluk te voorkomen. Dit buitengewoon effectieve systeem is in Europa verplicht op alle nieuwe auto’s sinds eind 2011 en heeft sinds zijn introductie talloze ongelukken weten te voorkomen. Maar wat doet het precies?
Wat doet ESP in de auto?
Heel kort: ESP voorkomt dat een auto in de slip raakt. Een slip is niets meer dan het verliezen van grip met de banden, waarna je de controle over de auto kwijtraakt. Het is een angstaanjagend moment voor iedere bestuurder, juist omdat je niet langer bepaalt waar je auto heen gaat. ESP is een systeem dat het echter zover niet laat komen. Dankzij sensoren die aanvoelen wanneer de grip verdwijnt, voorkomt ESP dat je aan je lot overgelaten wordt. Het is een systeem dat sinds zijn invoering verantwoordelijk is voor het redden van vele levens.
Een lifesaver vanaf 1995
ESP werd voor het eerst op een auto toegepast in 1995. Het ging destijds om een Mercedes-Benz S-klasse, een model dat toen en nu bekendstaat om zijn vooruitstrevende techniek. Inmiddels is het systeem verplicht voor elke nieuwe auto en vrijwel dus tref je het sowieso aan op alle occasions sinds 2014, maar gelukkig eveneens op bijna alles van voor die tijd. ESP wordt gezien als één van de belangrijkste veiligheidssystemen, naast gordels en airbags, en is naar schatting verantwoordelijk voor het redden van meer dan een half miljoen levens sinds zijn invoering.
Hoe werkt ESP?
De sensoren die ESP aansturen, merken direct dat de grip plotseling verdwijnt of als iemand de macht over het stuur kwijt is. Voelt ESP dat de banden grip verliezen, dan zorgt het systeem ervoor dat de tractie wordt aangepast, zodat de banden hun grip weer vinden. Voelt ESP dat iemand de macht over het stuur kwijt is, dan worden de remmen automatisch ingezet om de auto de juiste kant op te ‘sturen’, zodat de auto niet begint te glijden. ESP werkt volledig automatisch en schakelt zichzelf uit als het systeem voelt dat de controle over de auto weer is herpakt.
Wat moet je doen als het ESP-lampje brandt?
Het ESP-lampje ziet eruit als een auto die in de slip raakt. Het lampje kan op twee manieren branden; het knippert, of het staat constant aan.
- Het ESP-lampje knippert: dit betekent dat het systeem geactiveerd is en dat je op een glad wegdek rijdt. Het systeem grijpt dus in en voorkomt dat je in een slip raakt. Meestal merk je hier weinig van, maar een knipperend ESP-lampje is dus een waarschuwing; pas je snelheid aan en let goed op.
- Het ESP-lampje brandt: dit betekent dat er een ESP-storing is en dat het dus mogelijk is dat het systeem niet goed werkt. Ga naar je garage en zorg dat er naar gekeken wordt.
Bij veel auto’s ziet het ESP lampje er ongeveer zo uit.
Heeft ESP nog andere namen?
ESP kent meerdere synoniemen, afhankelijk van de autofabrikant. Mocht je niet direct de afkorting ESP terugvinden in de lijst met hulpsystemen in je auto, zoek dan ook eens naar:
- Vehicle Dynamic Control (VDC)
- Vehicle Stability Assist (VSA)
- Dynamic Stability Control (DSC) Het ene automerk gebruikt een andere afkorting voor het systeem dan de ander, maar het systeem werkt altijd hetzelfde en heeft hetzelfde doel: voorkomen dat je in een slip raakt en dus ervoor zorgen dat je een stuk veiliger onderweg bent.