Je ziet het steeds vaker op de weg: volledig elektrische auto’s. Maar wat gebeurt er eigenlijk als zo’n auto bijna zonder stroom komt te zitten? Rij je dan plotseling stil, of is er een soort noodvoorraad? De Duitse ADAC (vergelijkbaar met onze ANWB) onderzocht het en wij vertellen je precies hoe het zit.
Wanneer begint je auto te waarschuwen
Geen zorgen: je auto laat je ruim op tijd weten dat het tijd wordt om op te laden. De eerste melding krijg je meestal al als de batterij nog 15 tot 20 procent vol is. Dan heb je nog zo’n 40 tot 80 kilometer te gaan. Op dat moment werkt alles nog gewoon zoals je gewend bent.
Wat gebeurt er als je toch doorrijdt
Als je batterij onder de 9 procent komt (ongeveer 30 kilometer bereik), wordt je auto wat nadrukkelijker. Je krijgt meer waarschuwingen en sommige auto’s stellen voor om zuiniger te gaan rijden. Je kunt dan nog steeds prima doorrijden, al merk je bij stevig optrekken dat je wat minder power hebt.
De laatste kilometers
Komt je bereik onder de 10 kilometer? Dan gaat je auto zelf ingrijpen. Het vermogen wordt beperkt en je kunt beter niet meer de snelweg op. Als de batterij-indicator op 0 procent staat, schakel je over naar een soort noodreserve. Daarmee kun je nog 15 tot 20 kilometer rijden, maar wel steeds langzamer.
Waarom je beter op tijd kunt laden
Het klinkt misschien geruststellend dat je nog even door kunt rijden met een ‘lege’ batterij. Toch kun je hier beter niet op vertrouwen. Die noodreserve is echt alleen bedoeld voor noodgevallen. In de winter of met een oudere batterij werkt het mogelijk minder goed. Bovendien is het gewoon niet veilig: je auto kan er elk moment mee ophouden.
Wat je het beste kunt doen
Net als bij een benzineauto is het verstandig om op tijd bij te laden. In Nederland kun je dat meestal prima plannen: er zijn veel laadpunten. Zie je dat je batterij onder de 20 procent komt? Begin dan alvast uit te kijken naar een laadpaal. Zo voorkom je stress en houd je het rijden veilig en comfortabel.