Rijden in de sneeuw is een precair klusje. Hoe mooi een witte wereld ook kan zijn, erdoorheen rijden zorgt bij menigeen voor de nodige spanning. Je hebt immers minder grip dan op gewoon asfalt en met een beetje pech kan je tevens behoorlijk vast komen te zitten in diepere sneeuw. Gelukkig zijn er tips over hoe je veilig moet rijden in de sneeuw. Het komt uiteindelijk allemaal neer op behoedzaamheid: geen bruuske bewegingen, maar de auto altijd de kans geven om rustig te reageren op je handelingen. Dus, hoe moet je rijden in de sneeuw? We helpen je (letterlijk) op weg.

Zorg altijd voor een sneeuwvrije auto

Voordat je vertrekt, moet je altijd eerst je auto sneeuwvrij maken. Een auto die bedekt is met sneeuw is een gevaar voor jezelf en voor anderen. Het beperkt je zicht aanzienlijk en de plakken die op het dak liggen, kunnen op snelheid van je auto waaien en zodoende anderen in gevaar brengen. Neem altijd de tijd om je auto rustig en met zorg sneeuwvrij te maken, zodat je in ieder geval genoeg zicht hebt en geen rijdend obstakel vormt voor medeweggebruikers.

Blijf altijd kalm

Het voornaamste wat je moet onthouden, is dat je de sneeuw met een bepaalde kalmte tegemoet moet treden. Nu is kalm zijn altijd aan te raden in het verkeer, maar met een dergelijke verraderlijke ondergrond is het extreem belangrijk om niet overdreven gespannen achter het stuur te zitten. En die kalmte uit zich in voorspelbare bewegingen en rustige handelingen. Hou het overzicht en rij zeker niet zo hard als dat je normaal zou doen. Ga tegelijk niet supertraag rijden, want achteropkomend verkeer kan zich dan een hoedje schrikken, wat weer voor een hele reeks nieuwe problemen kan zorgen.

Wat moet je doen als je gaat slippen in de sneeuw?

Zoals gezegd is het van groot belang dat je geen plotselinge stuurbewegingen maakt. Bij plotselinge bewegingen kan je auto uit balans raken en kan je auto gaan slippen. Gebeurt dit toch, laat dan je gaspedaal los en stuur in de gewenste richting. Je merkt direct wanneer de auto zijn grip terugvindt. Hoe kalmer je stuurt, hoe makkelijker de auto zich aanpast.

Hoe moet je gas geven in de sneeuw?

Net als bij het sturen, is het van belang dat je voorzichtig bent met het gasgeven. Trap je in één keer je gaspedaal in, dan kunnen de wielen doorslippen. Als dit gebeurt, heb je geen grip op het wegdek. Dat kan resulteren in banden die heel kort doorslaan en vervolgens alsnog de grip vinden, maar tevens in een auto die opeens uitbreekt. Je zal niet de eerste zijn die achterstevoren komt te staan na een iets te enthousiaste beweging met de rechtervoet.

In welke versnelling moet je rijden in de sneeuw?

Ook bij het schakelen is rust je vriend. Door te schakelen bij een lager toerental dan gemiddeld, verklein je de kans dat je aangedreven wielen doorslaan en dus hun grip tijdelijk verliezen. Hoge toeren maken is uit den boze bij het rijden in de sneeuw, omdat het de kans op een slip altijd vergroot.

Hoe moet je remmen in de sneeuw?

Op tijd. Je remweg is vele malen langer dan op gewoon asfalt, dus hou hier rekening mee als je op het rempedaal trapt. Ook als je auto ABS heeft moet je zeer behoedzaam blijven. Bij auto’s zonder ABS kunnen de wielen blokkeren, waarna je een passagier bent in je eigen auto. De ABS zorgt ervoor dat dit niet gebeurt, maar in de sneeuw blijft het altijd oppassen. Door vroeg te remmen, verklein je de kans dat een te lange remweg voor problemen gaat zorgen.

Hoe hard moet je gaan in de sneeuw?

Let zeer nauwkeurig op je snelheid in de sneeuw. Ook als je een vierwielaangedreven auto hebt en ook als het lijkt alsof het allemaal wel meevalt. De vuistregel is om half zo snel te rijden als op droog wegdek, maar die vuistregel werkt alleen als andere auto’s hetzelfde doen. Rij dus zeker niet te hard, maar blijf tegelijk boven een bepaalde minimumsnelheid, zo lang je je hier comfortabel bij voelt. Te langzaam rijden is net zo gevaarlijk als te hard rijden. Als achteropkomend verkeer geen langzaam rijdende auto verwacht, kan dit nare gevolgen hebben.

Zorg dat je gezien wordt

Tenslotte is het belangrijk dat je goed zichtbaar bent en dat je goed voor je uit kunt zien. In de sneeuw moeten je lampen feilloos werken, omdat je anders zorgt voor nodeloze extra gevaren. Doe daarom altijd je verlichting aan als je door de sneeuw rijdt, ook overdag. Het mag een kraakheldere dag zijn, sneeuw zorgt altijd voor anders omstandigheden dan je gewend bent en dus kan je er maar beter alles aan doen om goed te zien en gezien te worden.

Vertrouw altijd eerst op jezelf

Tegenwoordig hebben veel auto’s tal van rijhulpsystemen, waaronder een zogenaamde ‘sneeuwstand’. Zet je deze aan, dan gaan alle sensoren van de auto op maximaal en wordt het onderstel zo afgesteld, dat je zo goed mogelijk door de witte wereld ploegt. Echter, behandel deze systemen niet als zaligmakend. Het zijn hulpmiddelen, maar jij bent de enige bestuurder. Vertrouw altijd eerst op je eigen rijcapaciteiten en behandel de hulpsystemen als een fijne extra.