Weet je zelf niet hoe je het beste kunt parkeren of ben je juist bang dat andere mensen jouw trotse bezit aan diggelen rijden? Welk probleem je ook hebt, hier lees je hoe je moet fileparkeren, hoe je achteruit inparkeert en hoe je zorgt dat anderen niet tegen jou aan parkeren. Zo heb je (hopelijk) nooit meer parkeerschade!

Hoe moet je fileparkeren?

Fileparkeren moet je even onder de knie krijgen. Maar als dat eenmaal gelukt is, is het voortaan voor jou een eitje. Gebruik onze eenvoudige stappen.

Achteruit fileparkeren in 5 stappen

  1. Kies een geschikte plek. Als je nog niet zo behendig bent in het fileparkeren, kun je beter een wat grotere plek kiezen waarvan je zeker weet dat de auto erin past.
  2. Stop parallel aan de auto waarachter je wilt parkeren. Houd ongeveer een halve meter tussen beide auto’s.
  3. Rijd achteruit tot de leuning van jouw (voorste) achterbank gelijk is aan het voorste of achterste punt van de auto naast je en draai het stuur helemaal naar de kant van de parkeerplek.
  4. Draai het vak in totdat je achterwiel ongeveer 30 centimeter van de stoep is.
  5. Draai je stuur volledig de andere kant op en stuur zo ook de voorkant het parkeervak in. Doe je dit perfect? Dan staat je auto mooi recht in het vak als je met je voorband de stoep raakt. Zo niet, dan kun je altijd nog het stuur terugdraaien en de auto vooruit nog een keer recht insteken.

Vooruit fileparkeren in 5 stappen

  1. Kies een geschikte plek. Je hebt meer ruimte nodig om vooruit te fileparkeren dan wanneer je dit achteruit doet. Houd minimaal twee keer de lengte van jouw auto aan.
  2. Stop parallel aan de auto waarvoor je wilt parkeren. Houd ongeveer een halve meter tussen beide auto’s.
  3. Rijd vooruit en stuur maximaal in op het moment dat de stijl achter jouw voorste zijruiten ter hoogte is van het voorste of achterste punt van de auto waar je voor wilt parkeren.
  4. Stuur kort voor de stoeprand terug en rijd langzaam door totdat de auto parallel staat met de stoeprand.
  5. Corrigeer de auto eventueel door achteruit te rijden en in en uit te sturen als bij achteruit fileparkeren.

Hoe moet je vooruit of achteruit inparkeren in een vak?

In parkeervakken op parkeerterreinen sta je vaak dwars op de rijrichting. Inparkeren in deze vakken kan natuurlijk zowel vooruit als achteruit, maar hoe doe je dit het best?

Achteruit inparkeren in een vak

  1. Zoek een vak dat breed genoeg is. Je moet niet alleen ruimte hebben om te parkeren, ook moet je kunnen uitstappen. Houd er bovendien rekening mee dat de deuren van de auto’s waar je tussen staat nog open kunnen.
  2. Rijd voorbij jouw parkeervak en het volgende parkeervak en houd in de breedte 1 meter afstand van de vakken.
  3. Rijd achteruit en stuur volledig in richting het vak als de stijl achter jouw voorruiten op de helft is van het vak naast het vak waar je in wilt parkeren. Let op: de voorkant zwaait uit! Houd dit in de gaten, zodat je niets aan de voorkant raakt.
  4. Zet de wielen rechtuit en rijd recht naar achter vanaf het moment dat de auto recht in het vak staat. Doe dit totdat je voorkant of achterkant gelijk staat aan die van de auto naast je.

Vooruit inparkeren in een vak

  1. Zoek een vak dat breed genoeg is. Je moet niet alleen ruimte hebben om te parkeren, ook moet je kunnen uitstappen. Houd er bovendien rekening mee dat de deuren van de auto’s waar je tussen staat nog open kunnen.
  2. Houd in de breedte zoveel mogelijk ruimte om in te sturen. Rijd dus zoveel mogelijk aan de tegenovergestelde kant van de rijbaan ten opzichte van het parkeervak – zonder het overige verkeer te hinderen, uiteraard.
  3. Draai het parkeervak in zodra je buitenspiegel ter hoogte van het midden van het vak naast jouw gewenste parkeervak is.
  4. Zet de wielen rechtuit als de auto recht in het parkeervak staat.

Algemene tips voor fileparkeren en (achteruit) inparkeren

Nog vervelender dan zelf schade veroorzaken bij het fileparkeren of (achteruit) inparkeren is iemand die schade aan jouw geparkeerde auto veroorzaakt. Om beide te voorkomen, hebben we nog wat algemene tips:

  • Laat je niet opjagen door medeweggebruikers of andere bronnen van stress. Neem gewoon de tijd die je nodig hebt – ook als het parkeren niet gelijk lukt.
  • Blijf opletten nadat je geparkeerd staat. Gooi niet zomaar je deur open, want er kan verkeer aankomen.
  • Houd ruimte voor het uitparkeren. Sta je bijvoorbeeld tussen een auto en een vast object (zoals een paal) geparkeerd? Houd extra ruimte tussen jouw auto en de paal. Mocht er later iemand zijn auto dicht op de jouwe parkeren, dan heb je altijd nog aan de andere kant ruimte.
  • Durf om hulp te vragen als je twijfelt over de ruimte of de auto niet geparkeerd krijgt.
  • Maak gebruik van extra hulpjes zoals camera’s en sensoren, maar blijft ook op je eigen inschatting vertrouwen.
  • Oefening baart kunst. Door vaak (voorzichtig) te proberen, leer je wat de ideale momenten zijn om in en terug te sturen en hoeveel ruimte je voor en achter over hebt.
  • Parkeer nooit op een hoek. Buiten dat het verboden is om binnen 5 meter van een hoek te parkeren, loop je extra risico. Wanneer iemand de bocht te krap neemt, is de kans groot dat jouw auto schade oploopt.
  • Klap je buitenspiegels in. Op veel nieuwe auto’s klappen automatisch de buitenspiegels in als je je auto afsluit – en niet voor niets. Een auto, fietser of voetganger kan (bewust of onbewust) behoorlijke schade aanrichten.
  • Parkeer in het zicht van bewakingscamera’s. Als er dan iets gebeurt, zijn er beelden van. De kans op inbraak of vandalisme is bovendien kleiner op plekken waar camera’s hangen.

Nog meer tips om veilig te parkeren en geparkeerd te staan

Blijft fileparkeren en achteruit inparkeren een probleem? Misschien wordt het dan tijd voor een auto die met wat meer gemak op zijn plek staat. Denk bijvoorbeeld aan deze 10 auto’s die gemakkelijk inparkeren. Of zoek een (duurdere) elektrische auto uit die het parkeren voor jou doet. En als je eenmaal staat, voorkom dan dat iemand er met je trotse bezit vandoor gaat. Lees onze tips tegen autodiefstal.