Ferrari

Ferrari’s zijn duur omdat ze meestal beschikken over grote motoren met veel vermogen, uitgekiende sportieve rijeigenschappen en vaak afgewerkt zijn met exotische en luxe materialen. Dat zorgt niet alleen voor een hoge aanschafprijs, maar ook voor hoge kosten op het gebied van onderhoud, verzekering en in de meeste gevallen het brandstofverbruik.

Het merk is oorspronkelijk opgericht door Enzo Ferrari als raceteam, Scuderia Ferrari. Rond en vooral na de Tweede Wereldoorlog begon het merk eigen auto’s te maken - vooral gericht op sportief rijgedrag. De verkoop van auto’s was voor Enzo vooral een bron van inkomsten, die hij gebruikte om de race activiteiten te financieren. Pas later legde Ferrari zich wat meer toe op de bouw van auto’s voor de openbare weg. Zo werd rond de jaren zeventig van de vorige eeuw - toen het merk in bezit van moederbedrijf Fiat kwam - het modellengamma breder, met diverse sportieve modellen, waarbij ook een luxe afwerking een steeds belangrijkere rol kreeg. Die filosofie nam een vlucht in de jaren negentig, toen de ontwikkeling en ook betrouwbaarheid van Ferrari’s flink verbeterd werd.

Hierdoor is de handel in tweedehands Ferrari exemplaren een markt op zich: veel gebruikte Ferrari’s worden met de jaren alleen maar zeldzamer en gewilder, mede omdat klassiek design en dito techniek in trek is bij liefhebbers. in uitzonderlijke gevallen worden klassieke Ferrari’s - of speciale uitvoeringen - zelfs verhandeld voor vele tientallen miljoenen.